Advent: Heer, wij zien naar u uit!

We beleven de adventsperiode weer op een bijzondere manier. Zoals vorig jaar zitten we in deze periode weer volop in de coronacrisis. We leven met vele vragen. Hoe lang zal dit nog duren? Komt er ooit een einde aan? De duisternis van de lange winternachten weerspiegelt zich in de duisternis van onze vragen, onze gevoelens, onze hoofden. Van jong tot oud heeft iedereen te maken met de schaduwzijden van ons bestaan. En deze keer moeten we daarvoor niet naar TV kijken, naar beelden van geweld ver van ons. Het voltrekt zich allemaal rondom ons en in ons. Dit alles doet ons verlangen naar een lichtpunt waar we naar kunnen uitkijken.

Op de tweede adventszondag is Johannes de Doper onze eerste richtingwijzer. Hij is de stem van God die roept in de woestijn. Hij roept vooral dat we onze wegen recht moeten maken voor de Heer. Johannes is dus geen onheilsprofeet. Hij is wel een prediker. Hij predikt: uw redder komt, maak uw weg voor Hem klaar. Uiteindelijk zal Johannes’ prediking inhouden dat een kind dat nog moet geboren worden het Licht zal zijn in de duisternis waarin wij ons bevinden. Dat licht is er niet ineens, het moet nog groeien, het groeit in Maria’s schoot, het zal ook in onze harten moeten groeien. Zijn vier adventszondagen daarvoor genoeg? Voor een heel mensenleven niet. Daarom houden  we ieder jaar opnieuw een adventstijd. Maar met Kerstmis vieren we toch dat het Licht dat in onze wereld nog groeien moet, niet meer kan gedoofd worden en eens alle duisternis verdrijft.  Advent vieren is in een duistere tijd gelovig blijven en hoe dan ook naar God blijven verlangen!

(Foto: de prediking van Johannes de Doper in de kerk van O.-L.-Vrouw-Waver)

Vergelijkbare artikels